V. HOFBOUWSCHOOL

Rond 1800 was in onze gewesten de bloemisterij op industriële schaal totaal onbekend. De bloementeelt was vooral een bezigheid van rijke kasteelheren en edellieden. De kleine bloemisten-tuinbouwers moesten zelfs een bijverdienste zoeken om een leefbaar inkomen te verwerven. Dankzij de industrialisatie kwam daar echter stilaan verandering in. In onze streek heeft het Hollands Bewind (1815-1830) daarin flink in meegeholpen, dit was de aanvang van de “eeuw van de hofbouw”.

Drie lokale factoren hebben toen de tuinbouw in het Gentse goed gestimuleerd:

(a) De Hortus Gandavensis (de Universitaire Kruidtuin in de Baudelostraat).

(b) De Maatschappij voor Landbouw en Kruidkunde, gesticht om -met voordrachten en tentoonstellingen- de leden te helpen bij het kweken van bloemen en planten. Het begin van de Gentse Floraliën.

(c) Louis Van Houtte; de juiste man op het juiste moment. In “La Revue horticole de Paris” (1876) genoemd “Le Prince des horticulteurs du 19e siècle”.

 

De Rijksmiddelbare Tuinbouwschool was van 1889-1937 ondergebracht

in een vleugel van de Staatsnormaalschool aan de Hofbouwlaan.

Locatie Rijksmiddelbare Tuinbouwschool (07/2014)

 

Hofbouw- of (Rijks)tuinbouwschool(-V.1-) met opeenvolgende locaties:

1. Louis Van Houtte (°Ieper 1810, +Gentbrugge 1876) had een succesrijk tuinbouwbedrijf aan de Oude Brusselsesteenweg te Gentbrugge, werd omringd met een schare van de beste wetenschapslui, was uitgever van diverse catalogi en beschikte over een eigen tekenatelier en drukkerij. Hij besefte dat de tuinbouw geremd werd door een gebrek aan wetenschappelijke onderlegdheid bij de kwekers, en startte daarom in 1849 een tuinbouwschool binnen zijn eigen bedrijf: l’ Institut Royal d’ Horticulture de Gendbrugge. Deze school ligt mede aan de basis van generaties gediplomeerde tuinbouwers in België en vooral in de eigen provincie. Rond 1880 was Gent en Oost-Vlaanderen de provincie met het grootste aantal bloemisterijen, nl. 135. Ter vergelijking, in Antwerpen waren er 16, in Brugge 32 en in Hasselt 3. De Gentse agglomeratie telde vóór WO I meer dan 600 tuinbouwbedrijven of 54% van de tuinbouwinrichtingen in ons land. Hubert Van Hulle (1827-1900), leraar aan deze school te Gentbrugge en sedert 1860 aangesteld als Inspecteur Openbare beplantingen, zorgde toen in Gent voor groenvoorziening langs de boulevards (op de verdwenen ommuring) en voor het dossier “Promenades et Plantations” (Visserij, Muinkkaai, Lindelei, Tichelrei, Sint-Annaplein, Bijlokehof, Graaf van Vlaanderenplein), dierentuin, Citadelpark, Ledeganckstraat, ...

 

2. In 1871 werd de “Staatshofbouwschool” van Gentbrugge gehecht aan de Kruidtuin der Hogeschool (= universiteit) van Gent (Ottogracht). Prof. J. Kickx was er directeur. H. Van Hulle, hortulanus der Kruidtuin, werd benoemd tot leraar-cultuuroverste.

 

3. In 1889 gebeurde de verhuis naar de Hofbouwlaan en werd alles ondergebracht in een vleugel van de Rijksnormaalschool, bij het Ministerie van Landbouw. Een perceel grond van 2ha werd gehuurd op de Ottergemsesteenweg voor een proeftuin van fruit- en groententeelt. Op de hoek Hofbouwlaan/Ledeganckstraat werden serres gebouwd en aan de overkant van de straat een proeftuin aangelegd.

Woelige tijden braken echter aan. Door vernederlandsing van de school (1916-1917) bleven buitenlandse studenten weg, tijdens WO I viel ook Gent onder de duitse bezetting en nadien werd eveneens onze regio getroffen door een crisis in de tuinbouw wegens te dure steenkolen en verloren gegane plantenverzamelingen. Volgde dan nog dat veel landen hun grenzen sloten voor “luxeartikelen”, hetgeen een vermindering van het aantal leerlingen betekende. Een gedeeltelijke sluiting van de school tussen 1924 en 1931 drong zich op. Dagonderwijs werd geschrapt en vervangen door avond- en zondagslessen. Vanaf 1931 werd de school nieuwe levenskracht ingeblazen en in 1933 gehecht aan het Ministerie van Onderwijs, hetgeen van overwegend belang was voor het bestendigen van haar bestaan. Het ministerie zag in dat de zetel van de wereldberoemde Gentse Floraliën een tuinbouwschool diende te bezitten, waardig aan haar vermaarde culturen.

 

4. 1937 Betekende vervolgens de verhuis naar kasteel “Zwaenhoek”, de Tuinbouwschool aan de Brusselsesteenweg te Melle.

 

Lijn 4

- 1892, De tram reed rond het park (op enkel spoor, éénrichting ).

- 1897 (foto boven), Tram 13 van lijn 4, aangedreven door accu’s, reed van de 'Koornmarkt' naar de Kortrijksepoort, Kortrijksesteenweg tot aan Parkplein (St.-Pietersstation), Parklaan, Hofbouwlaan, Heuverpoort, station Gent-Zuid, tot terminus St.-Jacobskerk.

- Ca 1906, de trolley van lijn 4 (op dubbel spoor; twee richtingen) van Parkplein aan de Heuverpoort, Zuid-station, en St.-Jacobs.

- 2005, 17 Buslijnen met “halte Ledeganckstraat”.

- 20??, Vertramming "Lijn 7" (met tram of trambus). Verklarende kaart. (Status: februari 2019, De Vlaamse Regering geeft groen licht voor "Tram 7"; 2022-2023, Gentspoort start het project)

Lijn 7 (07/2014)

 

(-V.1-) Uit “150 jaar Tuinbouwschool Melle” (1999, door Anne De Belder)