VI. PLANTENTUIN UGENT (-VI.1-)

Ottogracht. (Plantentuin, kruidtuin, botanische tuin, hortus Gandavensis).

Tijdens de Franse bezetting diende bij wet van 1795 per departement een “centrale school” met een openbare bibliotheek te worden opgericht (waar natuurwetenschappen -meer dan voorheen- moest worden onderwezen). In 1797 zochten Charles Van Hulthem en Bernard Coppens hiervoor een geschikt onderkomen. De school kwam terecht in de abdijgebouwen en de plantentuin in de voormalige moestuin van de afgeschafte Baudelo-abdij aan de Ottogracht. Deze Hortus Gandavensis, samen met deze van Parijs en Leiden toen de enige plantentuinen van West-Europa, was een openbaar wandel- én wetenschapspark dat aan de stad toebehoorde. Bij de stichting van de universiteit (1817) kwam de tuin in haar beheer.

Ter gelegenheid van z'n 48e verjaardag in 1820, kreeg Willem I van zijn echtgenote, zoon en schoondochter een porseleinen dessertservies met daarin 300 beschilderde borden.

Elk van deze borden gaf een stadsgezicht -waaronder enkele Gentse- of opvallende locatie uit Willem's koninkrijk weer.

Links het bord met daarop de originele Botanische tuin (Baudelo), waarvoor Willem I zelf nog 3 palmbomen schonk.


Decennia lang volgden discussies i.v.m. facturen en klachten wegens een te kleine “wetenschappelijke” oppervlakte. De Plantentuin bood de geïnteresseerde plantkundigen, apothekers, dokters en kwekers de mogelijkheid zich op wetenschappelijk vlak te documenteren. Men kon er ongekende planten bekijken en lessen volgen. De tuin zou een stimulerende invloed hebben op het ontstaan van de Gentse tuinbouw en in het bijzonder van de Gentse sierteelt.

Baudelo-tuin

Zicht op de Baudelo-tuin.

Baudelo-tuin

Zicht op de Baudelo-tuin.

 

Plan Baudelo

Plan van de Baudelo-tuin (De Noter, ca.1819).

 


De afgesloten stadstuin mocht dan wel publiek domein zijn, dat betekende nog niet dat deze voor iedereen toegankelijk was. Aan de Baudelostraat was er een hoge muur waar alleen dienstverkeer binnen kon via een poort (die de paters nog hadden laten maken) rechtover de Oudevest. In 1857 werd vervolgens vanuit de Steendam een nieuwe toegang gecreëerd, de nu nog bestaande Dodoensdreef. Deze statige dreef was voorzien van twee portiershuisjes en een ijzeren afsluithekken, geflankeerd door twee arduinen stijlen. Alleen ‘deftige’ burgers kregen van de portier toelating om er in de hof te wandelen.

Plantentuin UGent (07-2014)
Omheiningsmuur van de Plantentuin (07-2014)

Instituut van kruidkunde

Albert Sugg Serie 1 nr. 322

Instituut van kruidkunde

(L. Cloquet 1903, K. L. Ledeganckstraat).

 

Omheiningsmuur van de Plantentuin

     Omheiningsmuur van de Plantentuin

      rond 1930 (K. L. Ledeganckstraat).


Karel Lodewijk Ledeganckstraat.

Eind 1897 viel, na een halve eeuw twisten en zoeken, de beslissing om de plantentuin met enkel zijn wetenschappelijke functie te verplaatsen van de Ottogracht naar de Ledeganckstraat onder stimulans van -en vlakbij- de Rijkstuinbouwschool (al sinds 1889 in een der vleugels van de Rijksnormaalschool ondergebracht). 

In 1902 was de verhuis een feit en kwam volgende in universitaire handen:

(a) Het Botanisch Instituut (1903), n.o.v. Prof. arch. Louis Cloquet, met microscopiezaal, museum, herbarium, laboratoria en leslokalen plantkunde van de kandidaturen aardrijkskunde. De nog bestaande omheiningsmuur aan de straatkant is eveneens van arch. Louis Cloquet. De eerste directeur was Prof. Mac Leod, wetenschappelijk onderlegd en Vlaams strevend. Tussen 1903 en 1966 kregen studenten-wetenschappen cursussen in dit zgn. Instituut Mac Leod.

(b) Het complex van serres (een recuperatie van de Baudeloserres).

De originele serres werden in 1930 vervangen door nieuwe exemplaren, bestaande uit een ijzeren skelet. De plannen hiervoor werden getekend door Jean-Floret Cloquet, zoon van Louis Cloquet.

Na de bouw van de Ledeganckcampus werden ook die serres opnieuw aangepakt. De huidige serres dateren uit de jaren '70.

 

Eerste versie grondplan Plantentuin (Cloquet, 1908)

Eerste versie van het grondplan voor de Plantentuin (Cloquet, 1908).


Ontwerp omheiningsmuur

Ontwerp omheiningsmuur.


De plantentuin , de enige universitaire plantentuin in België en levende bibliotheek voor wetenschapsstudenten (met z'n ca 10.000 verschillende soorten planten), werd beschermd bij KB 15.10.1980. De oppervlakte van de Plantentuin is thans 2,75ha, waarvan 4000m2 overdekte en verwarmde serres.

 

* De plantentuin is gratis toegankelijk op werkdagen 09:00-16:30 en za-zo 09:00-12:00.

* “De Vrienden van de Plantentuin Gent” helpt de plantentuin op diverse wijzen, moreel, financieel, en daadwerkelijk. Ze organiseert uitstappen, lessenreeksen, ruildagen, zaadlijsten, etc...

 

Botanisch Instituut

De westgevel van het Botanisch Instituut van de Plantentuin.

Ontwerp Botanisch Instituut (Cloquet, 1901)

Ontwerp van de westgevel van het Botanisch Instituut (Cloquet, 1901).

Laboratorium van het Botanisch Instituut, 1903
Laboratorium van het Botanisch Instituut, 1903

De gevel van het hoofdgebouw van het Botanisch Instituut van de Plantentuin (1903, architect J. Cloquet) gaf uit op de K. L. Ledeganckstraat. Dit “Instituut Mac Leod” was 47m lang, 40m diep en had een middendeel van 15m hoog. De voorgevel was opgetrokken uit witte baksteen van Nieuwpoort en versierd.

Op het gelijkvloers: de boekerij, een laboratorium, een kabinet voor leraars, een groot auditorium met amfitheater en een werkhuis dat voortliep onder het stelsel van trapbanken. De verdieping van het middengebouw bevatte nog twee laboratoria.

Het herbarium in het Botanisch Instituut.

Het herbarium in het Botanisch Instituut, begin 20ste eeuw.

Laboratorium in het Botanisch Instituut.

Een laboratorium in het Botanisch Instituut, begin 20ste eeuw.


Bevrijding 6-sept-1944 Ct. Butlers tank op de E. Clauslaan
Bevrijding 6-sept-1944 Shermans op de E. Clauslaan

6 September 1944, de bevrijding van Gent. Tanks passeren over de hoek K. L. Ledeganckstraat en E. Clauslaan, aan de ingang van de Plantentuin (Links Ct. Butler's tank, rechts Sherman-tanks).

Louis Cloquet

Louis Cloquet (°Feluy 1849, +Gent 1920)

Prof., ir. arch. Hij creëerde zelf een aantal gebouwen en monumenten, waaronder de St.-Michielsbrug en omgeving, het Postkantoor, St.-Pietersstation en universiteitsgebouwen aan de Bijloke.

In de Ledeganckstraat bouwde hij het Botanisch Instituut (1903, verdwenen in 1966), en de omheiningsmuur van de Plantentuin, het enige resterende element van de oorspronkelijke tuin.

Hij publiceerde o.a. “Traité classique d'architecture" in 5 volumes.


Julius Mac Leod

Julius Mac Leod (°Oostende 1857, +Gent 1919).

Dr. In de Natuurwetenschappen met als specialiteit 'Dierkunde'. Deed verschillende buitenlandse wetenschappelijke zendingen. Doceerde cursussen Menselijke Fysiologie en Botanica. Aan de Gentse universiteit: cursus 'Menselijke Fysiologie' en 'Botanie'. Was lesgever aan de Rijksnormaalscholen te Gent en Brugge.

1° directeur van PIantentuin-Botanisch lnstituut in de Ledegankstraat (1903).

Schreef talrijke redevoeringen en publicaties in het Nederlands en was van grote invloed voor de vervlaamsingswetten van 1923 en 1930.

 

(-VI.1-) Uit “200 jaar Plantentuin Gent” (2000, Ronald. Viaene en Caroline Van den heede).

       Uit “Gentse Floraliën” (1990, René De Herdt).